Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Instellingswet Productschappen en Hoofdproductschap voor Akkerbouwproducten

 

Artikel 2
1
Het productschap is ingesteld voor de ondernemingen, waarin:
de teelt wordt uitgeoefend van granen, landbouwpeulvruchten, fijne of oliehoudende zaden, boekweit, hop of cichorei- of witlofwortels;
een of meer van de volgende producten worden be- of verwerkt tot producten - met uitzondering van gedistilleerde dranken en azijn -, welke, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijke consumptie kunnen dienen:
granen, landbouwpeulvruchten, welke niet in groene toestand zijn geoogst, fijne zaden of boekweit;
hop, cichorei- of witlofwortels;
uitheemse zetmeelrijke producten;
producten, welke uit de eerder bedoelde producten zijn verkregen;
de handel - met uitzondering van de aanvoer-, transito- en driehoekshandel - wordt uitgeoefend in een of meer van de volgende producten:
granen, landbouwpeulvruchten, welke niet in groene toestand zijn geoogst, fijne of in het binnenland geteelde oliehoudende zaden, of boekweit, met uitzondering van zaaizaden van deze producten;
hop of cichoreiwortels;
uitheemse zetmeelrijke producten;
producten, welke uit de eerderbedoelde producten, met uitzondering van oliehoudende zaden, zijn verkregen en, al dan niet na verdere be- of verwerking, tot menselijke consumptie kunnen dienen, met uitzondering van gedistilleerde dranken en azijn en, voor wat de binnenlandse handel betreft, van bier.
2
In dit artikel worden onder gedistilleerde dranken verstaan de alcoholhoudende producten, welke, al dan niet na be- of verwerking, kunnen dienen tot menselijke consumptie en waarvoor in geval van ge- of verbruik hier te lande gedistilleerdaccijns verschuldigd is, met uitzondering van spiritus en moutwijn.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •